merk ik vaak de morele druk als ik met muzieknotatie bezig ben
Er bestaan veel misverstanden rond het auteursrecht. In het verleden hebben organisaties zoals de stichting Musicopy een waar schrikbewind gevolgd om te voorkomen dat bladmuziek werd gekopieerd, ze overtraden diverse keren de wet en pleegden in 2006 zelfs strafbare feiten. De minister van Justitie heeft na Kamervragen gelukkig een stokje voor de activiteit van Musicopy gestoken.
Toch zit de schrik er nog in en geeft de Buma/Stemra ondertussen adviezen in het belang van uitgevers en artiesten, maar niet in het belang van de gewone man/vrouw. In het advies aan bijvoorbeeld de KCZB deelde Buma/Stemra mede dat bladmuziek absoluut niet gekopieerd mag worden, terwijl de wet een genuanceerder beeld geeft.
Als dirigent en schrijver van muziek merk ik vaak de morele druk als ik met muzieknotatie bezig ben, vandaar dat ik de auteurswet eens goed heb bestudeerd. Ik zag al gauw dat de belangenbehartigers van uitgevers vaak een verkeerde voorstelling van zaken geven, tijd om daar eens duidelijkheid te bieden in de auteurswet tegenover de muziekliefhebber.
Zijn er auteursrechten op de auteurswet?
Allereerst het auteursrecht betreffende de teksten van de auteurswet. In artikel 11 staat te lezen:
Auteurswet
Geraadpleegd op 27-10-2022.
Geldend van 01-10-2022 t/m heden
Artikel 11
Er bestaat geen auteursrecht op wetten, besluiten en verordeningen, door de openbare macht uitgevaardigd, noch op rechterlijke uitspraken en administratieve beslissingen.
Ik mag de teksten uit de auteurswet hier dus gewoon gebruiken; een hele geruststelling.
De basis, artikel 1
Waar de auteurswet betrekking op heeft staat natuurlijk in artikel 1:
Auteurswet
Geraadpleegd op 27-10-2022.
Geldend van 01-10-2022 t/m heden
Artikel 1
Het auteursrecht is het uitsluitend recht van den maker van een werk van letterkunde, wetenschap of kunst, of van diens rechtverkrijgenden, om dit openbaar te maken en te verveelvoudigen, behoudens de beperkingen, bij de wet gesteld.
De maker van een werk heeft rechten, maar dat betekent niet dat alle anderen een verbod ergens op hebben
Ik lees vaak dat bijvoorbeeld kopiëren verboden is, maar in de hele auteurswet wordt maar één keer het woord ‘verboden’ gebruikt en wel in artikel 45j en dat gaat over computerprogramma’s, voor de rest wordt er in de wet niet gesproken over enig verbod. De maker van een werk heeft rechten, maar dat betekent niet dat alle anderen een verbod ergens op hebben, de wet spreekt van beperkingen op de rechten en dat is waar de praktiserende mensen in proberen te leven zonder bedreigd te worden. Het is dus zaak je rechten goed te kennen als maker en als beoefenaar.
Nu is het zo dat ik als schrijver van een boek blij ben met zoiets als auteursrecht ware het niet dat ik mijn boek gratis aan de wereld ter beschikking heb gesteld. Ik ken iemand die zijn bestaan dankt aan zijn auteursrechten en ik zou er ook blij mee zijn als ik succes zou hebben met mijn creaties. Aan de andere kant stuit ik met mijn werk als dirigent en arrangeur op een muur van onbegrip en vijandigheid vanuit de wereld van uitgevers en ‘belangenbehartigers’. Het is dus goed dat de auteurswet eens wordt bestudeerd vanuit de hoek van de goedbedoelende muziekbeoefenaar en tevens muziekliefhebber.
Wanneer mag ik een kopietje maken?
Een belangrijk onderdeel van artikel 1 is het laatste: behoudens de beperkingen, bij de wet gesteld.
In de auteurswet wordt uitgebreid op deze beperkingen ingegaan zoals in artikel 16b:
Auteurswet
Geraadpleegd op 27-10-2022.
Geldend van 01-10-2022 t/m heden
Artikel 16b
1. Als inbreuk op het auteursrecht op een werk van letterkunde, wetenschap of kunst wordt niet beschouwd de verveelvoudiging welke beperkt blijft tot enkele exemplaren en welke uitsluitend dient tot eigen oefening, studie of gebruik van de natuurlijke persoon die zonder direct of indirect commercieel oogmerk de verveelvoudiging vervaardigt of tot het verveelvoudigen uitsluitend ten behoeve van zichzelf opdracht geeft.
2. Waar het geldt een dag-, nieuws- of weekblad of een tijdschrift of een boek of de partituur of de partijen van een muziekwerk en de in die werken opgenomen andere werken, blijft die verveelvoudiging bovendien beperkt tot een klein gedeelte van het werk, behalve indien het betreft:
a. werken, waarvan naar redelijkerwijs mag worden aangenomen geen nieuwe exemplaren tegen betaling, in welke vorm ook, aan derden ter beschikking zullen worden gesteld;
b. in een dag-, nieuws- of weekblad of tijdschrift verschenen korte artikelen, berichten of andere stukken.
3. Waar het geldt een werk, als bedoeld bij artikel 10, eerste lid, onder 6° (teeken-, schilder-, bouw- en beeldhouwwerken, lithografieën, graveer- en andere plaatwerken;, red.), moet de verveelvoudiging door haar grootte of door de werkwijze, volgens welke zij vervaardigd is, een duidelijk verschil vertonen met het oorspronkelijke werk.
4. Indien een ingevolge dit artikel toegelaten verveelvoudiging heeft plaatsgevonden, mogen de vervaardigde exemplaren niet zonder toestemming van de maker of zijn rechtverkrijgenden aan derden worden afgegeven, tenzij de afgifte geschiedt ten behoeve van een rechterlijke of bestuurlijke procedure.
5. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat voor de verveelvoudiging, bedoeld in het eerste lid, ten behoeve van de maker of diens rechtverkrijgenden een billijke vergoeding is verschuldigd. Daarbij kunnen nadere regelen worden gegeven en voorwaarden worden gesteld.
6. Dit artikel is niet van toepassing op het reproduceren, bedoeld in artikel 16c, noch op het nabouwen van bouwwerken.
Allereerst moet ik stellen dat bladmuziek en muziekbeoefening onder kunst valt. Ik heb hierboven de zinsnede ‘wordt niet beschouwd‘ expres onderstreept om aan te geven dat het hier om een werkelijke beperking van de rechten gaat.
In lid 1 wordt aangegeven dat verveelvoudiging (bijv. kopiëren of overschrijven) is toegestaan tot eigen oefening en studie mits dat natuurlijk zonder commercieel oogmerk wordt gedaan. Veel belangenbehartigers geven juist hier een verkeerde voorstelling van zaken door te zeggen dat men slechts kleine stukjes mag kopiëren, maar ze laten dan wel lid 2a weg dat juist gaat over het mogen kopiëren van werken die niet meer in de handel verkrijgbaar zijn.
Dan reist bij mij de vraag: mag ik een kopietje dat ik zelf gemaakt heb voor studie gebruiken tijdens een repetitie van mijn koor? Ja, dat mag, zolang ik dat voor eigen gebruik doe. Als het koor voor ieder lid een stuk bladmuziek heeft aangeschaft kan ik voor mezelf een kopie maken om bijvoorbeeld mijn origineel netjes te houden. Ik mag ook een scan maken van de bladmuziek om op mijn tablet/iPad te gebruiken, maar daarover later.
Dan kom ik nog even terug op lid 2 met de beperking tot een klein gedeelte van het werk. Als je goed leest, dan wordt er gesproken over de partituur of de partijen van een muziekwerk. In die werken kunnen andere werken zijn opgenomen. Het betreft hier dus bijvoorbeeld een partituur als die van een opera. Men mag dus voor studie alleen een aria of iets dergelijks kopiëren voor studie en niet de hele partituur en dat lijkt me wel logisch, ik heb een partituur van Nabuco van Verdi en die heeft 636 pagina’s. Ik heb niets aan een ‘stukje’ van een paar regels, zoals de belangenbehartigers beweren. Ik denk dat een rechter dat ook wel logisch vindt, anders had het nooit zo in de wet gestaan; de auteurswet doet niet aan onzin. Een stuk bladmuziek van een paar pagina’s mag in zijn geheel worden verveelvoudigd zuiver voor persoonlijke oefening en studie zonder enig commercieel oogmerk.
Lid 2 beschrijft de beperking van het recht om te mogen kopiëren. Het stelt onder a dat dat wel mag als er kan worden aangenomen dat er geen nieuwe exemplaren meer in de handel verkrijgbaar zijn. Ik mag dus tot eigen oefening en studie een muziekstuk verveelvoudigen als dat muziekstuk niet meer in de handel tegen betaling verkrijgbaar is. Stel dat ik 20 exemplaren van een muziekstuk in het archief heb en er komt een 21e lid dat ook een exemplaar nodig heeft. Ik vraag bij de uitgever een nieuw exemplaar en die zegt dat het niet meer te koop is, dan mag ik volgens de auteurswet een kopie maken voor een nieuwe lid, maar daar blijft het ook bij, zie daarvoor lid 4:
In lid 4 staat dat de gemaakte kopieën niet mogen worden afgegeven aan derden tenzij je wordt aangeklaagd en daartoe gedwongen wordt, maar dan heb je het wel bont gemaakt. Nooit een kopietje aan anderen geven, dan het eigen lid dat een exemplaar nodig heeft voor studie.
Tot zover Deel 1 van de auteurswet