Anatomie van een noot, deel 1

Ik hoor nog wel eens: “ik kan geen noten lezen!” , “maar je kunt ze toch wel zien, toch?”, vraag ik dan. Voor de mensen die dit overkomt en natuurlijk ook voor alle geïnteresseerden heb ik hier de anatomie van de noot, oftewel: wat stellen die dingen nou eigenlijk voor.

De Onderdelen van een noot

In het plaatje zie je dat een noot eigenlijk heel eenvoudig is; een noot kan een stok hebben en een stok kan één of meer vlaggen hebben.

Een noot heeft 2 belangrijke functies: Een noot geeft aan hoe hoog de toon moet klinken (de toonhoogte) en een noot geeft aan hoe lang die toon moet klinken (de duur). De toonhoogte wordt bepaald door de plaats in de notenbalk en de duur door de vorm van de noot. We gaan het hieronder eerst alleen over de duur hebben.

De duur van een noot

In het plaatje hieronder zie je de meest voorkomende noten, gerangschikt van lang naar kort.
Noten hebben een naam, bijvoorbeeld ‘Hele noot’ en die staan weer voor een duur. Die duur wordt gewoonlijk aangegeven in tellen. Je ziet hieronder trouwens dat de duur steeds wordt gehalveerd.

De hele en halve noot zijn zgn. open noten, deze kunnen nooit een vlag hebben, dat is alleen voorbehouden aan de dichte noot met stok.

Vlaggen

Vanaf de achtste noot krijgen de noten vlaggen. Vlaggen kunnen met elkaar worden verbonden, meestal voor de duidelijkheid, want met heel veel vlaggen wordt het gauw een boeltje. Verbonden vlaggen zien er zo uit:

De punt achter de noot​

In veel muziekstukken komen we ook noten tegen met een punt erachter. Deze punt geeft aan dat de duur van de noot met de helft wordt verlengd, Dus de halve noot in het plaatje duurt niet 2 tellen maar 3 tellen.

de kwartnoot wordt 1½ tel en de achtste noot wordt met de punt ¾ tel. Het komt vaak voor.

Rusten

In de muziek zijn er gelukkig ook rusten, dus stukjes waarop geen toon klinkt. We kunnen dan even ademhalen of juist spanning in een stuk brengen. Net als de noten geven rusten een duur aan, zie het volgende plaatje:

  • Hele rust: 4 tellen rust, maar wordt ook gebruikt voor een hele maat rust.
  • Halve rust: 2 tellen rust.
  • Kwart (1/4) rust: 1 tel rust.
  • Achtste (1/8) rust: halve tel rust.
  • Zestiende (1/16) rust: kwart tel rust.

Opmerking:
Rusten kunnen, net als de noten, worden voorzien van een punt achter de rust. Net als bij de noten wordt de rust dan met de helft verlengd.

Een voorbeeld

U ziet hierboven de eerste noten met een punt erachter en de regel begint met een kwartrust, dus 1 tel rust. U ziet ook dat stokken ook naar beneden kunnen staan. Bij meer zangstemmen in een notenbalk geeft dat onderscheid tussen de zangstemmen; bijvoorbeeld: stokken omhoog voor de sopranen, stokken omlaag voor de alten.
Noten kunnen ook samenvallen, dan heeft een noot twee stokken, één naar boven, de ander naar beneden.

Triolen

We hebben tot nu toe steeds even aantallen in de duur van noten gezien, maar stel dat een componist drie noten wil hebben in de duur van 2 tellen, dan hebben we ineens een oneven aantal. 3 noten in de duur van 2 noten heet een triool.

In het plaatje hierboven zien we een verschillende triolen. Triolen komen vaak voor, bijvoorbeeld in het lied ‘Mijn Nederland’ oftewel ‘Waar de blanke top der duinen’. Ze zijn te herkennen aan het cijfer 3 onder of boven het groepje, soms vergezeld van haken.

Boven ‘Juich ik’ staan 3 noten in de duur van 1 tel.

Tot zover deel 1 van de anatomie van een noot.
Dit deel ging over de vorm en de duur van de noten. Laat het even bezinken en bestudeer deel 1 nog eens. Het volgende deel gaat over de toonhoogte, dus over de plaats van de noot in de notenbalk.